De Gaume '25
De Gaume: het zonnige geheim van België
In het uiterste zuiden van Belgisch Luxemburg, verscholen tussen glooiende heuvels en schilderachtige dorpen, ligt de Gaume — een streek die vaak wordt omschreven als het Belgische antwoord op de Provence. Dankzij haar milde microklimaat, warme zomers en zuiderse charme voelt de Gaume als een vakantie in het buitenland, zonder de grens over te steken.
De regio wordt gekenmerkt door cuesta’s — asymmetrische heuvelruggen die het landschap een uniek reliëf geven. Aan de voet van deze heuvels slingeren riviertjes zoals de Ton, die de grens met Frankrijk markeert. In dorpen als Torgny, het zuidelijkste puntje van België, hoor je krekels tsjirpen tussen de wijngaarden. Hier groeien druiven voor lokale wijnen, zoals die van het domein Le Poirier du Loup.
De cultuur van de Gaume is even rijk als haar natuur. De streek heeft een eigen dialect, het Gaumais, dat verwant is aan het Lotharings en nog steeds gesproken wordt in sommige dorpen. In het Gaumemuseum in Virton komt de folklore tot leven, met figuren als D’Jean d’Mâdy, een legendarisch personage dat symbool staat voor de levenslustige en eigenzinnige geest van de Gaumais.
Of je nu houdt van wandelen, gastronomie, geschiedenis of gewoon genieten van rust en natuur — de Gaume verwelkomt je met open armen. Het is een plek waar de tijd trager lijkt te gaan, waar de zon vaker schijnt, en waar elke wandeling voelt als een ontdekkingstocht.
Ik verblijf net over de grens in het stadje Marville. M'n fietsuitstappen vinden plaats tussen Montmédy, Torgny in België en Longuyon, langs kleine dorpjes en rivieren La Chiers en l'Othain.
In dit deel van Frankrijk fiets je door bijna vergeten dorpjes met huisjes daterend uit de laat 18e , begin 19e eeuw in de typische gele Bajociaanse kalksteen met ‘tuiles romaines’ als dakbedekking. Overal hagen en heggen en in elk dorpje een riviertje met weelderige plantengroei.
Wat Marville bijzonder maakt, is dat een aantal van de huizen in de Spaanse renaissancestijl gebouwd zijn toen de stad in de 16e eeuw was ingedeeld bij de Spaanse Nederlanden. Een andere bezienswaardigheid in Marville is het ossuarium,een zgn. knekelhuis waar meer dan 40.000 schedels en botten liggen, daar bijeengebracht in 1876 door de toenmalige beheerder van het kerkhof.
Het is uitkijken naar vogels, jammer genoeg speelt de temperatuur wat tegen, het wordt 36 à 38 °C wat het fietsen in een heuvelachtige landschap niet gemakkelijk maakt. Gelukkig maken soort zoals Rode en Zwarte wouw, Grauwe klauwier, Geelgors, Orpheusspotvogel, Europese kanarie, Zomertortel, ... en zoveel meer, telkens de fietstochten de moeite waard.