Duinen in het Zwin

Op de rand met de zee is in het Zwin een prachtige duinenstrook te zien. Met een hoge vloed als een landengte, met aan de ene zijde de zee en de andere zijde het overstroomde Zwin, verbonden met elkaar door de zwingeul.
Duinen zijn een zeer dynamische biotoop waar de wind heer en meester is. Net boven de vloedlijn ontstaan eerst embryonale duintjes die met wat geluk kunnen groeien tot flinke duinen. Door de invloed van de zee, zeker met hoge vloeden en stormweer, kunnen die duinen weer afslanken en soms volledig verdwijnen, een zeer dynamisch stukje micronatuur dus.
Het zand wordt voornamelijk gefixeerd door een aantal pionier planten die met hun wortels een 'net' vormen waarmee het zand wordt vastgehouden. Helm en Zandzegge zijn daar twee voorbeelden van, daartussen kan het Duinsterretje, een mossoort, beginnen groeien en meehelpen aan de dunne leefbare laag voor nog allerlei plantjes. Zo geraken de kale zandvlaktes langzaam begroeid.
Een duin is ook rijk aan reliëf, er zijn hoogtes en laagtes met soms diepe kommen waar grondwater en regenwater voor poelen zorgen. De zuidelijke gerichte randen met veel zon en typische fauna en flora, zien er heel anders uit dan de naar het noorden gerichte randen met schaduw gerelateerde begroeiing.
Duinen hebben ook een typische fauna, zeer gekend is het konijn, een sleutelsoort, niet alleen zorgt die voor de flora maar ook voor de fauna, vogels zoals de tapuit, bergeend en soms steenuil profiteren van hun holen. Nog meer andere dieren genieten van de aanwezigheid van het konijn.
Als ook struiken en bomen de kans krijgen om te groeien evolueert de duin naar een duinbos, een paradijs voor fauna en flora.
Uiteraard vormen duinen ook bescherming voor ons, ze bieden een buffer tegen de zee. Stormen kunnen voor een doorbraak zorgen met alle gevolgen van dien, we hebben er alle belang bij om de duinen zo goed mogelijk te beschermen.