Eb en vloed

Eb en vloed

Eb en vloed ontstaan door de aantrekkingskracht van de maan en de zon op het water van de aarde. Hierdoor stijgt en daalt de waterstand in zeeën en oceanen in een ritmisch patroon, meestal twee keer per dag.

Wat is eb en vloed?

  • Vloed is het moment waarop het water stijgt en de zee het land in stroomt.
  • Eb is het moment waarop het water zich terugtrekt en de waterstand daalt.

De rol van de maan en zon

  • De zwaartekracht van de maan trekt aan het water op aarde. Aan de kant van de aarde die naar de maan gericht is, ontstaat een waterbult: daar is het vloed.
  • Aan de tegenovergestelde kant ontstaat ook een waterbult door de middelpuntvliedende kracht van de draaiende aarde-maansysteem. Ook daar is het vloed.
  • Tussen deze twee vloedgebieden is het eb.
  • De zon heeft ook invloed, maar minder sterk dan de maan. Als zon en maan op één lijn staan (bij volle of nieuwe maan), versterken ze elkaar en ontstaat springtij: extra hoog water.

Waarom twee keer per dag?

  • De aarde draait in 24 uur om haar as, waardoor een locatie op aarde twee keer onder een vloedbult en twee keer onder een ebgebied komt te liggen. Daarom zijn er meestal twee keer per dag eb en vloed.

Verschillen per locatie

  • De vorm van de kustlijn, de diepte van de zee en lokale geografie beïnvloeden hoe sterk eb en vloed zijn.
  • In sommige gebieden, zoals de Waddenzee, is het verschil tussen eb en vloed heel groot, terwijl het in meren nauwelijks merkbaar is.

Extra termen

  • Springtij: extreem hoog water bij volle of nieuwe maan.
  • Doodtij: klein verschil tussen eb en vloed bij eerste of laatste kwartier van de maan.
  • TAW: Tweede Algemene Waterpassing is de referentiehoogte waartegenover hoogtemetingen in België worden uitgedrukt.

Praktisch gebruik

Voor strandwandelingen, vissen of zeilen is het handig om de getijdentabellen te raadplegen. Deze zijn beschikbaar via: