Hoe vliegen vogels op trek

Hoe vliegen vogels op trek

Het is druk in de lucht, miljoenen vogels verplaatsen zich momenteel van hun noordelijke broedplaatsen naar zuidelijke overwinteringsplaatsen. Afhankelijk van de soort vliegen vogels op bepaalde manieren, soms alleen, of in groep, 's nachts of overdag, zwevend op thermiek of actief vliegend. Alles is mogelijk.

Heel wat vogels vertrekken al richting zuiden van zodra hun jongen kunnen vliegen, zo verlaat de Grutto, Blauwborst, Gierzwaluw, ... ons al vroeg in de zomer. Voor veel vogels loopt de trek van half augustus tot half november.

Elke trekvogel vliegt op zijn eigen manier. In groepsverband of alleen. Via een golvende of rechte vlucht, via een omweg van duizenden kilometers of juist strak op het doel af. Hoe een vogel vliegt is onder andere afhankelijk van de vorm en de grootte van de vogel en zijn vleugels. Vogels die grote afstanden afleggen hebben lange primaire handpennen, anders dan vogels, die nauwelijks of niet op trek gaan, die korte handpennen hebben.

Trigger is voor veel vogels de zonnewende, van zodra ze merken dat de dagen korter worden in het noorden maken ze zich klaar, ook het verminderen van het voedselaanbod is een aanleiding om de tocht te starten. Oriënteren doen ze op de zon, sterren, het landschap, aardmagnetisme, geur, ....

Grote vogels zoals roofvogels en ooievaars vliegen op thermiek, dat is lucht die door de zon wordt opgewarmd, eenmaal boven zweven ze in de trekrichting tot ze terug een thermiekbel tegen komen die hen weer in de hoogt brengt. Zo bereiken ze hun doel.

Ganzen, Lepelaars, kraanvogels, ... zijn ook grote vogels maar die vliegen in groep om energie te besparen. De luwte die ontstaat door de luchtwervelingen van de voorganger heeft minder weerstand van de lucht. Kopvliegers wisselen ook af.

Kleinere vogels, vinken, piepers, ... vliegen in golfbewegingen om energie te sparen waarbij ze de vleugels bewegen om te stijgen en stilhouden om te dalen.

Zeevogels gebruiken de zeewind die op de golven draait om zo energiezuinig zich te kunnen voortbewegen, ze scheren daarbij over het wateroppervlak om dan even op te stijgen met de wind die tegen een golf draait. Een hele speciale vliegtechniek eigen voor zeevogels zoals Jagers, Genten, Stormvogels, .... Vogels met lange primaire handpennen.

Uiteraard moet er 'bijgetankt' worden voor de nodige brandstof, natuurgebieden langs de trekroutes zijn dan ook van levensbelang voor al die vogels tijdens de trek.