Kleine rietgans

De Kleine rietgans (Anser brachyrhynchus) is een middelgrote ganzensoort die broedt in het hoge noorden en in de winter naar onze streken trekt. In Vlaanderen en Nederland is hij vooral in de wintermaanden te zien, vaak in grote groepen op graslanden en akkers.

Kenmerken

  • Lengte: 60–75 cm
  • Spanwijdte: 135–170 cm
  • Gewicht: 1,8–3,4 kg
  • Uiterlijk: Donkere kop en korte nek, lichte blauwgrijze bovenzijde, roze poten en een korte snavel met een roze middenband.
  • Geluid: Een hoog, honkend gegak, iets hoger dan dat van de kolgans.

Verspreiding en trek

  • Broedgebieden: Spitsbergen, Oost-Groenland en IJsland.
  • Overwintering: Noordwest-Europa, met name Groot-Brittannië, de Lage Landen en Denemarken.
  • In Nederland zijn ze vooral in Friesland te zien in de herfst, waarna ze naar België trekken.
  • In Vlaanderen verblijven ze in open graslanden en landbouwgebieden, vaak nabij water.

Leefwijze

  • Voedsel: Grassen, kruiden en landbouwgewassen zoals aardappelen en bieten.
  • Sociaal gedrag: Ze vormen grote groepen tijdens de trek en overwintering.
  • Levensverwachting: Gemiddeld 8 jaar.
  • Habitat: Uitgestrekte graslanden en akkers met oogstresten; rust en waterpartijen zijn essentieel.

Bescherming

  • Status: Niet bedreigd volgens de IUCN.
  • Belangrijk in Vlaanderen: Natura 2000 streeft naar behoud van minimaal 12.000 exemplaren en voldoende kwalitatief leefgebied.
  • Bedreigingen: Verstoring door landbouwactiviteiten, versnippering van leefgebied en gebrek aan rustplaatsen.

Samenvatting

De Kleine rietgans is een trekvogel uit het hoge noorden die onze regio’s in de wintermaanden bezoekt. Hij is herkenbaar aan zijn roze poten, korte snavel en donkere kop. Voor zijn voortbestaan zijn rustige graslanden en akkers met oogstresten cruciaal. Dankzij internationale samenwerking en Natura 2000-beleid wordt gewerkt aan het behoud van deze soort in Vlaanderen en Nederland.

FR: Oie à bec court