Ringstation Zwin
ZWIN NATUUR PARK BLIKT TERUG OP SUCCESVOL RINGSEIZOEN IN NAJAAR 2023
Tussen 30 juli en 12 november werden 8.254 vogels in het Zwin Natuur Park in Knokke-Heist voorzien van een wetenschappelijke ring aan de poot. Het vogelringen gebeurde voor het vijfde jaar op rij in samenwerking met BeBirds, de vogelringdienst van het Instituut voor Natuurwetenschappen. Sinds 2019 werden op het ringstation in het Zwin Natuur Park al ruim 35.000 vogels geringd in het kader van het ringen van vogels tijdens het najaar.
In de periode van eind juli tot half november was het ringstation elke dag actief, behalve op dagen met te slecht weer. Vooral in oktober en november was er vaak sprake van ongunstig weer om te kunnen ringen: wisselvallig en een bijna voortdurend aanhoudende, vrij krachtige wind uit het zuidwesten. De inspanning bleef gelukkig behoorlijk constant, wat belangrijk is voor de wetenschappelijke waarde van de verzamelde gegevens.
Vogels opnieuw gevangen
Naast de 8.254 vogels die nieuw geringd werden, waren er ook 607 terugvangsten van vogels die al eerder geringd waren. Die terugmeldingen bestonden voor een groot deel uit vogels die al eerder in het Zwin Natuur Park geringd waren, maar ook uit exemplaren van elders afkomstig. Sommige met een ring van andere plaatsen in België, anderen waren buitenlandse terugmeldingen uit o.a. Nederland, Frankrijk, Duitsland en Zweden.
Het merendeel van de geringde vogels waren trekvogels die kort halt hielden in het Zwin. De weersomstandigheden hebben een impact op de vogeltrek. Subtiele verschillen in het weer hier, maar ook in de gebieden waar de trekvogels vandaan komen, kunnen elk jaar voor verschillende aantallen zorgen. Het Zwin Natuur Park voert samen met het KBIN, het Koninklijk Instituut voor Natuurwetenschappen, wetenschappelijk onderzoek op lange termijn, om duidelijke trends te kunnen vaststellen.
De resultaten van het ringwerk
In totaal werden 64 verschillende soorten vogels geringd. De meest geringde soort was de zwartkop, met 3.517 nieuw geringde exemplaren. De top drie werd vervolledigd door kleine karekiet (988 nieuw geringd) en rietzanger (611 nieuw geringd). Roodborst, die vorig jaar nog op nummer twee stond, viel uit de top drie. Door het wisselvallige weer dat vanaf eind september vaak voorkwam, viel de belangrijkste doortrekperiode voor die soort (letterlijk) wat in het water. Daardoor lagen de aantallen merkelijk lager. Van kleine karekiet, de nummer drie van vorig jaar, werden in 2023 merkelijk hogere aantallen geringd, dus die soort schoof vlot op naar de tweede plaats. Rietzanger, de nieuwe nummer drie, kende eveneens een heel goed seizoen, en kon daardoor ook over roodborst wippen.
Opvallende aantallen waren er daarnaast van Cetti’s zanger (158 exemplaren), tuinfluiter (413), grasmus (178), vuurgoudhaan (111), fitis (139), gekraagde roodstaart (45) en nachtegaal (31).
Schaarse/bijzondere soorten dit jaar waren ijsvogel (9), draaihals (6), grauwe klauwier, bladkoning (2), grote karekiet (4), snor (16), sperwergrasmus (3), braamsluiper (21), grauwe vliegenvanger (2), blauwborst (5), bonte vliegenvanger (6), paapje, tapuit, roodborsttapuit (4), ringmus, kleine barmsijs, kruisbek en goudvink. Daarnaast waren er ook nog meerdere echt zeldzame soorten: de derde struikrietzanger voor het Zwin, het tweede geval van dwerggors, het derde geval van Raddes Boszanger en de eerste Siberische boompieper voor het gebied.
Een volgehouden inspanning
Het jaarlijks op een gestandaardiseerde manier volhouden van wetenschappelijk ringwerk van vogels is één van de vele manieren waarop het Zwin Natuur Park aan wetenschappelijk onderzoek doet. Door elk jaar op dezelfde manier te werk te gaan, wordt op termijn een heel waardevolle dataset verzameld, die onze inzichten in het trekgedrag van vogels verder moet verbeteren.
Info en foto's via het Zwin Natuur Park