Sneeuwgors

Sneeuwgors
Sneeuwgors - eigen foto - Dec '25 - strand Zeebrugge

De sneeuwgors (Plectrophenax nivalis) is een kleine zangvogel die vooral in de winter langs onze kusten te zien is. Hij valt op door zijn witte vleugelvlekken en dwarrelende vlucht, alsof hij een sneeuwvlok is die door de lucht zweeft. Momenteel (dec '25) bevinden zich een twintigtal vogels op het strand van Zeebrugge.

Herkenning

  • Lengte: ongeveer 16 cm, spanwijdte 32–38 cm.
  • Mannetje in broedkleed: bijna geheel wit met zwarte rug, vleugelpunt en staart.
  • Vrouwtje: meer bruin getekend, vooral op kop en rug.
  • In vlucht: opvallende witte vleugelvlekken, waardoor groepen lijken op dwarrelende sneeuw.

Verspreiding

  • Broedgebied: kale, rotsige streken in het hoge noorden (Arctisch gebied).
  • Winter: trekt zuidwaarts en verblijft in Nederland en België vooral langs de kust, op stranden, schorren en duinen.
  • Binnenland: zeldzaam, soms op braakliggende terreinen.

Leefwijze

  • Voedsel: zaden en insecten. In de winter vooral zaden van kustplanten.
  • Voortplanting: legt 4–7 eieren in een nest dat vaak tussen stenen of in de nabijheid van sneeuw wordt gebouwd.
  • Gedrag: vaak in groepen, sociaal en samenscholend. Hun vlucht doet denken aan dwarrelende sneeuwvlokken.

Aantallen

  • In Nederland verblijven in goede winters enkele duizenden sneeuwgorzen.
  • Sovon schat het maximum aantal overwinteraars op 800–3500 individuen per winter.
  • De populatie wereldwijd is groot: meer dan 40 miljoen vogels.

Bescherming

  • Status: wereldwijd niet bedreigd (IUCN).
  • In Nederland en België afhankelijk van kustgebieden; verstoring en verlies van leefgebied kunnen lokaal wel invloed hebben.

Waarom bijzonder?

De sneeuwgors is een echte wintergast die onze kustgebieden een vleugje Arctische sfeer geeft. Zijn naam verwijst zowel naar zijn uiterlijk als naar zijn leefwijze: wit als sneeuw, en vaak te vinden in gebieden waar sneeuw nog aanwezig is. Voor natuurliefhebbers is het een van de meest karakteristieke vogels van de wintermaanden.

FR: Bruant des neiges