Tureluur

Tureluur

Deze steltloper, een ruiter, is ook een broedvogel in het Zwin.

De Tureluur (Tringa totanus) is een typische vogel van slik en schor, dus ook van het Zwin. Het hele jaar aanwezig en dus ook als broedvogel in het Zwin.

De wetenschappelijke naam van deze onderfamilie is Tringinae, hetgeen ‘Witgatten’ betekent. De betekenis van de naam ruiters - Fries: ruters - omschrijven wij als ‘vogels die op stengelvormige poten met stijve passen lopen’ (Deens en Noors stilk; Engels to stalk en shank). Ruiter is een onhandige ‘vertaling’ van het Franse chevalier = ridder (zoals deze naast zijn paard loopt). Eerder werd vanwege zijn lange poten de vergelijking gemaakt met een ruiter te paard.

De nederlandse naam 'tureluur' is een onomatopee, een klanknabootsing, de vogels roept dus z'n eigen naam.

De Tureluur maakt z'n nest goed verstopt in hoge grassen, de jongen zijn nestvlieders. Bij gevaar vliegen de ouders luid roepend over de plaats waar de jongen verborgen zitten en zich koest moeten houden. Volgens wetenschappelijk medewerker Wouter Faveyts broedden er zo'n 19 paartjes in het Zwin in 2021. Een succes.

FR: Chevalier gambette
EN: Common Redshank
DE: Rotschenkel