Vogeltrek

Vogeltrek: een wonder van de natuur

Elk jaar maken miljoenen vogels een indrukwekkende reis tussen hun broedgebieden en overwinteringsplaatsen. Dit fenomeen noemen we vogeltrek. Het is een van de meest fascinerende gedragingen in het dierenrijk.

Waarom trekken vogels?

Vogels trekken vooral om te overleven. In de lente en zomer zijn er in het noorden (zoals Europa) veel insecten en lange dagen om voedsel te zoeken. Ideaal om jongen groot te brengen. Maar in de winter wordt het koud en schaars. Daarom vliegen veel vogels naar warmere gebieden in het zuiden, zoals Afrika of Zuid-Europa, waar voedsel nog volop te vinden is.

Hoe vinden ze de weg?

Vogels gebruiken verschillende ‘natuurlijke kompassen’:

  • De zon en sterren: Ze oriënteren zich op de stand van hemellichamen.
  • Het aardmagnetisch veld: Sommige soorten voelen dit aan als een soort ingebouwd kompas.
  • Landschapskenmerken: Bergen, rivieren en kustlijnen helpen bij navigatie.
  • Geuren en geluiden: Vooral bij korteafstandstrekkers.

Indrukwekkende afstanden

Sommige vogels leggen duizenden kilometers af:

  • De grutto vliegt van onze polders naar West-Afrika.
  • De zwaluw reist zelfs tot in Zuid-Afrika.
  • De rosse grutto vliegt non-stop van Alaska naar Nieuw-Zeeland — een vlucht van meer dan 11.000 km!

Gevaren onderweg

Vogeltrek is niet zonder risico’s:

  • Uitputting en honger onderweg
  • Slecht weer zoals stormen
  • Jacht en verlies van leefgebied
  • Lichtvervuiling die hun oriëntatie verstoort

Wat kunnen wij doen?

  • Bescherm rustplaatsen en wetlands
  • Verminder lichtvervuiling tijdens trekperiodes
  • Ondersteun vogelbeschermingsorganisaties